Geschiedenis

Putten is een oud dorp liggend in het kustgebied van de vroegere Zuiderzee of het nóg vroegere Flevomeer. Het is één van de, vanuit agrarisch oogpunt, beste plekjes van de Veluwe.

De oudste akte waarin de naam Putten voorkomt, is de akte van Folckerus uit 855. Hierin  draagt hij goederen over aan het klooster van Werden. In deze akte wordt Putten genoemd 'in vico qui dicteur Puthem', dus als vicus (buurtschap of dorp). Een plaats waarbij grootschalige agrarische complexen en bossen horen.

Begin tiende eeuw, bij de stichting van een kerk in Putten, wordt de buurtschap het centrum van buurtschappen. Deze vormen samen het kerkdorp (kerspel) Putten. Putten hoort bij de oudste kerspels op de Veluwe en heeft eeuwen lang een groot gebied omvat. Delen van het grondgebied van Nijkerk, Voorthuizen en de zeewaarts gelegen ontginningen hoorden hierbij. Later zijn Nijkerk (1416) en Voorthuizen van het kerspel Putten losgemaakt. Door bodemdaling zijn de zeewaarts gelegen ontginningen verloren gegaan. Sinds de dijkaanleg in de latere middeleeuwen (vanaf 1356) is de kustlijn enigszins gefixeerd.

Tot 1530 vormen Putten en Nijkerk één scholtambt. Dan splitst het scholtambt in de nieuwe scholtambten Nijkerk en Putten. Het scholtambt Putten wordt later gemeente Putten.

Agrarische sector

Naast bos en heide op de hogere delen van de gemeente bestaat Putten vooral uit agrarisch gebied.

De meeste Puttense boerderijen horen tijdens het Ancien Régime tot het goederenbezit van drie kloosters. De kloosters Elten, Werden en de Abdinckhof te Paderborn.

Het bezit van Werden is in 1559 aan de Abdinckhof overgedragen. Hierdoor werd de Abdinckhof verreweg de grootste grondeigenaar in het Puttense en Nijkerkse gebied. Dit omvangrijke complex wordt bestuurd door een rentmeester namens de Abdinckhof. Dit is zo tot de secularisatie van deze goederen in 1803. De rentmeester de kellenaar gevestigd op 'hof' de Kelnarij. Vanaf de 16e eeuw zijn dit paters van de Abdinckhof, is nu de Brinkstraat.

Tot aan de dag van vandaag is de agrarische sector in Putten van overwegend belang gebleven. De recreatiesector is vanaf het midden van de 19e eeuw een economische factor van belang geworden. In de tweede helft van de 20e eeuw is de (kleinschalige en schone) industrie in betekenis toegenomen.

Reformatie

De Reformatie heeft zich in Putten pas laat voltrokken. Tot aan het eind van de 16e eeuw bleef de Pancratiuskerk rooms-katholiek. En tot 1608 bleef de pastoor van Putten op zijn post als zieleherder. Daarna vond een bijna volledige reformatie plaats. Door de aanwezigheid van de Abdinckhofse pater(s) op de Kelnarij kon de rooms-katholieke zielzorg in beperkte mate worden voortgezet. Zodat naast het grote protestantse deel van de Puttense bevolking altijd een kleine rooms-katholieke gemeenschap is blijven bestaan