Pasfoto's

voor de persoonsbewijzen die door de bezetter in 1940 verplicht gesteld werden.

Op de beeldbank staan sinds 13 april 2011 de pasfoto's voor de persoonsbewijzen die door de bezetter in 1940 verplicht gesteld werden. Niet alle personen op de foto's zijn herkend en door het publiceren op de beeldbank hopen we alle namen te achterhalen. Als u een foto herkent of wanneer u aanvullingen heeft op één van de foto's, kunt u dit kenbaar maken via info@putten.nl.  Vergeet dan niet om de naam of het fotonummer (FotoID) in uw bericht te vermelden.

Bekijk de pasfoto's 1940-1945

Pasfoto's 1940-1945

Rond 1990 gaf fotograaf Lenstra bijna 6200 fotonegatieven aan de toenmalige gemeentearchivaris om deze unieke verzameling te bewaren. De negatieven werden in zakjes aangeboden maar helaas zonder de namen van de afgebeelde personen. De gemeentearchivaris vroeg het Puttens Historisch Genootschap (PHG) of zij tijd zagen de foto’s te voorzien van namen. In 1995 hielt het PHG een tentoonstelling waar een klein gedeelte afdrukken werden getoond. Van zo’n 180 negatieven was een afdruk gemaakt. Hierop kwamen vele reacties.

In 2004 werd besloten om er een speciaal project van te maken voor de Werkgroep Genealogie van het PHG. Alle negatieven werden opgeborgen in zuurvrije enveloppen. Van een deel van de negatieven was de kwaliteit al minder geworden.

Door Anton Klaassen werd toen een begin gemaakt met het scannen van alle negatieven. In juli 2004 waren alle negatieven gescand, opgenomen in een database en afgedrukt door de gemeente Putten en verzameld in 12 boeken met 500 afbeeldingen.

In 2005 werd een doorstart gemaakt om de namen van de afgebeelde personen te achterhalen. Systematisch werden oudere Puttenaren bezocht. Zij konden gedurende een week een boek met 500 afbeeldingen bekijken en aantekenen maken van de afgebeelde personen die zijn hadden herkend. Tot nu toe hebben al meer dan 100 Puttenaren hun medewerking verleend aan dit project.

In elk nummer van “De Graver”, het mededelingenblad van het PHG, werd in de rubriek: “Geef deze gezichten een naam” regelmatig een aantal pagina’s gevuld met foto’s uit dit bestand. Bijna altijd krijgen we reacties van lezers.

Ook in het Puttens Weekblad in de rubriek “Uit grootmoeders tijd”, verzorgd door Gert Staal, werden en worden regelmatig nog foto’s uit het bestand getoond. Ook hier komen reacties van lezers.

Op de Kabelkrant van Verzorgingshuis “De Schauw” werd door Mirjam de Boer afbeeldingen uit het fotobestand geplaatst. De bewoners reageerden zeer positief. Zo zijn de foto’s ook voorzien van namen.

Door alle foto’s via de gemeentelijke website te tonen via de beeldbank, hopen we alle namen te achterhalen en eventueel aanvullingen te krijgen op de reeds bestaande namen. Wanneer de namen bekend zijn beschikt het gemeentearchief over een uniek fotobestand van een groot deel van de Puttense inwoners die ouder waren dan 14 jaar, voor Putten uit een bewogen periode 1940 – 1945.

Nadere informatie over het persoonsbewijs

Lenstra S.

Lenstra had een drogisterij in de Dorpsstraat. Hij maakte een groot deel van de foto’s die de Puttenaren moesten inleveren voor hun persoonsbewijs. Inwoners woonachtig in b.v. Veenhuizerveld of Diermen woonden dichter bij Voorthuizen of Nijkerk lieten hun foto bij een fotograaf in die plaatsen maken. Inwoners van Garderen moesten hun persoonsbewijs ophalen in Barneveld maar lieten hun foto maken door Lenstra in Putten. Het overgrote deel van de negatieven uit de jaren 1940 – 1945 was nodig voor de pasfoto op het persoonsbewijs.

Het persoonsbewijs

In april 1941 werden alle Nederlanders van 14 jaar en ouder verplicht tot het bezit van een persoonsbewijs. De persoonsbewijzen werden voorzien van een pasfoto en een afdruk van de rechterwijsvinger. In een bekendmaking van de gemeente Putten wordt er op gewezen dat alle vingers van de rechterhand geheel schoon moesten zijn.

De foto’s

Volgens een voorlopige schatting zitten er van 15 % van de personen twee of meer afbeeldingen in het bestand. Dit omdat de eerste foto niet goed was voor het persoonsbewijs. Zo moest het linkeroor op de foto altijd duidelijk zichtbaar zijn. Dat was pas goed als er niets van het rechteroor was te zien op de foto.  Als er ook maar iets van het rechteroor was te zien was de foto niet goede voor het persoonsbewijs. Het oor mocht niet geheel of gedeeltelijk schuilgaan achter het hoofdhaar. Eén van de “eischen” was: “de foto van den afgebeelde persoon zonder hoofdbedekking weergeven”. Deze eis werd later wat versoepeld omdat waarschijnlijk veel vrouwen weigerden om zich zonder hoofdbedekking niet op de foto wilden. Mannen die aankwamen met een foto waarop ze de pet op hadden opgehouden moeste terugkomen met een foto zonder pet. Voorbeelden: 0997, 1711, 1865, 4439/5495.

Puttenaren

“Bekende” Puttenaren en “herkenners” van de Puttenaren Afbeeldingen waarbij meer dan 10 personen dezelfde naam opgaven worden beschouwd als “bekende Puttenaren”. Er zijn personen die meer dan 10% van de afgebeelde personen gekend hebben. Een van onze “herkenners” komt zelfs boven de 20 %.

Prutsen met mutsen

Voor vrouwen in klederdracht (met muts) waren er speciale regels. Als de vrouw er in toestemde werd ze gefotografeerd zonder muts. Droeg zij echter altijd folkloristische kleding dan mocht ze de muts ophouden. Als ze zich echter ook wel eens op andere wijze in het openbaar vertoonde moest de muts af.  Het laatste levert voor de herkenning extra problemen op omdat de persoon alleen maar bekend was met muts. Veel “herkenners” die ons hebben geholpen bij het zoeken naar de namen bij de afbeeldingen hadden bijvoorbeeld hun oma nog nooit gezien zonder muts. De gevolgen van het vrijmaken van het linkeroor zijn nog duidelijk terug te vinden op sommige foto’s. Het was werkelijk een gepruts met de muts. Voorbeelden: 0311, 0315, 0943, 1469, 1475, 1836, 2602, 2955, 3364, 3370, 3698, 4330, 4420, 5245, 5616, 5625, 6182. Ook het afzetten van de muts bleef vaak niet zonder gevolgen. Het haar van de vrouwen die altijd een muts droegen en die voor de foto moesten afzetten had tot gevolg dat hun haar soms alle kanten uitviel. Het haar van vrouwen die een muts droegen was meestal heel strak (met boter over het hoofd) naar achteren gekamd.

“Bijnamen”

Zeker in het begin van de jaren veertig waren veel personen het meest bekend onder hun bijnaam. De werkelijke naam zoals die was ingeschreven in de burgerlijke stand was lang niet altijd bekend. Het is wel eens moeilijk na te gaan of het gaat om een bijnaam of een bijnaam/scheldnaam. Soms menen mensen dat het gaat om een scheldnaam terwijl het gaat om een goed verklaarbare bijnaam.

Een voorbeeld hiervan is de bijnaam Kous. Veel mensen met de officiële naam van den Bor of Propitius werden altijd Kous genoemd. Zelfs binnen de familie werd de bijnaam Kous niet altijd gewaardeerd. Zowel de families Van den Bor, Kous en Propitius stammen allemaal af van Bessel Tijssen Kous (1755-1835) die getrouwd was met Gerritje Harms Kous (1756 – 1843). De bijnaam Kous is om deze reden geen scheldnaam maar historisch verklaarbare bijnaam door hun gemeenschappelijke voorouders.

Tijs van den Brink