Houtstook

Een openhaard of houtkachel brengt warmte en sfeer in huis. Ook een vuurkorf of barbecue buiten geeft vaak gezelligheid. Maar het stoken van hout, zowel binnen als buiten, kan ook voor overlast zorgen. Bij overlast kunt u in gesprek gaan met uw buren. En als u zelf hout stookt volg dan de tips voor verstandig stoken.

De nadelen van hout stoken

Bij hout stoken komen schadelijke stoffen vrij. Mensen met een luchtwegaandoening, hart- en vaatziekte, ouderen en kinderen kunnen direct klachten krijgen. Daarnaast kan het stoken van hout voor stankoverlast zorgen. Het is belangrijk om op een verstandige manier te stoken, zodat overlast voor uzelf en uw omgeving beperkt blijft.

Vóór het stoken: veilig stoken en overlast voorkomen

Door op de juiste manier en op een geschikt moment te stoken, kan overlast voor anderen en gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk beperkt worden.

8 stooktips om minder vervuilend te stoken

1. Laat het vuur uit bij windstil of mistig weer

Bij windstil of mistig weer blijft de rook lang hangen. Daardoor wordt de lucht rondom uw huis erg ongezond. Check de Stookwijzer voordat je gaat stoken.

2. Stook alleen droog hout

Droog hout geeft de minste fijnstof en rook. Droog hout herkent u aan de barsten of een schors die loslaat. Hout dat u heeft gehakt, moet u minstens 2 jaar laten drogen. U kan de droogte van het hout ook meten met een eenvoudige vochtmeter. Het hout is goed om te stoken als er minder dan 20% vocht in zit.

3. Stook nooit hout dat is geverfd, gebeitst of geïmpregneerd

Bij de verbranding van dit soort hout komen giftige stoffen vrij (daarom is het zelfs verboden). Ook gelijmd hout – zoals spaanplaat, vlokkenplaten en laminaatvloeren – hoort níét in de haard of kachel. Papier en karton verbranden is verboden: het geeft namelijk veel rook en vliegas (as die met de rook mee de lucht in vliegt). Gebruik alleen hout dat niet bewerkt is.

4. Volg de handleiding of maak het vuur aan met de Zwitserse methode

Volg altijd de handleiding bij de houtkachel of houthaard voor het vullen en aansteken van het vuur. Zit er geen handleiding bij? Of heeft u nog een oude open haard of oude houtkachel? Gebruik dan de Zwitserse methode. Dat is misschien anders dan u gewend bent. Stapel het hout op elkaar met genoeg ruimte ertussen. Begin met dikke blokken onderin en leg daar dunnere aanmaakhoutjes bovenop. Eindig met een aanmaakblokje bovenop en steek het vuur daarna van bovenaf aan. Zo start het vuur beter en sneller op, met minder rook.

5. Zet een raam open tijdens het stoken of houd de ventilatieroosters open

De schadelijke stoffen in houtrook zorgen ook in huis voor een slechtere luchtkwaliteit. Houtvuur gebruikt ook veel zuurstof. Zorg daarom voor genoeg frisse lucht in de ruimte waar u stookt. Dit kan bijvoorbeeld door een raam open te zetten.

6. Houd de luchttoevoer (altijd) helemaal open

Vuur heeft genoeg zuurstof nodig. Er komen dan minder schadelijke stoffen vrij. Zet de uitlaatklep naar de schoorsteen daarom helemaal open als u stookt. Zet bij een oudere houtkachel de luchttoevoerklep van de kachel open. Nieuwere houtkachels regelen automatisch dat er genoeg lucht bij het vuur komt. Wordt het vuur te heet? Voeg dan minder hout toe en zet een raam open.

7. Controleer de kleur van de vlam en de rook

Een oranje, flakkerende vlam betekent dat het hout slecht verbrandt. Hetzelfde geldt voor witte, grijze, zwarte of blauwe rook. Zorg er dan voor dat er meer lucht bij het vuur kan komen. Zijn de vlammen heldergeel en zie je de rook bijna niet? Dan gaat het beter.

8. Laat een houtvuur vanzelf uitbranden

Als u een houtvuur dooft door de luchttoevoer te verminderen, komen veel schadelijke stoffen vrij.

Wat te doen bij overlast

De gemeente adviseert om in eerste instantie in gesprek te gaan met de stoker(s) om samen tot een oplossing te komen. Misschien zijn uw houtstokende buren zich niet bewust van de overlast die ze veroorzaken en staan ze open voor het maken van afspraken. Leg rustig uit waarom u last hebt van de rook en stel voor om samen afspraken te maken over het stoken van hout. U kunt bijvoorbeeld afspraken maken over een mogelijke aanpassing van de afvoer, de hoeveelheid die ze stoken en over het stookgedrag. Vraag ze bijvoorbeeld om alleen bij speciale gelegenheden de open haard, houtkachel of vuurkorf aan te steken. En om niet te stoken als de Stookwijzer code oranje of rood geeft. U kunt verwijzen naar deze pagina of naar Milieucentraal voor praktische tips om de overlast bij houtstook te beperken.

Uit onderzoek blijkt dat 3 van de 4 houtstokers bereid zijn beter, minder of niet te stoken als hun buren ze vertellen dat ze last hebben van hun stookgedrag.

Meld overlast op de website Stookwijzer

Komt u er samen niet uit?

Het is ook mogelijk om buurtbemiddeling in te schakelen.

Meer informatie