Einde kloosterbezit

De vrede van Lunéville (1801)

burgers_en_stoommachinesTijdperk - Burgers en Stoommachines

Nadere beschrijving - Einde kloosterbezit

 

Het jaar 1802 brengt voor Putten een grote verandering. Op grond van de vrede van Lunéville (1801) moeten de Duitse staten het kerkelijk bezit naar Frans voorbeeld seculariseren. 

Daarom wordt door Pruisen op alle bezittingen van de Abdinchof beslag gelegd. Zo wordt ook door Pruisen getracht de Puttense bezittingen die onder het beheer van de Kelnarij vielen te annexeren.

De daarmee belast zijnde functionaris dringt dan  met twee pistolen gewapend de Kelnarij binnen en wil het bezit inventariseren.

Afbeelding van de twee pistolen
Hij stuit echter op verzet van de Puttenaren, die hem binnen de Kelnarij vasthouden, terwijl een Nederlandse functionaris van Domeinen alle boerderijen, renten en gelden voor Nederland in beslag neemt. 

 

 

 

De Pruis keert daarna onverrichterzake naar zijn land terug.

Hoewel daarmede een einde komt aan het Abdinchofse bezit te Putten blijft dit bezit in Nederlandse (Bataafse Republiek) handen en wordt het in 1810 tot rijksdomein.

De Kelnarij heeft daarmee haar functie verloren.

Voor de boeren op de voormalige kloosterbezittingen is het een grote overgang want zij kunnen hun bezit kopen van Domeinen, hetgeen voor sommigen financiële problemen veroorzaakt. De gebouwen van de kelnarij zijn in 1825 aan de katholieke parochie van Putten overgedragen.