Uit Ondernemer en Bank

Een artikel van en over de familie Van Dasselaar, eigenaar/bewoners van boerderij "Voorzorg", die tot 1925 deel uitmaakte van het kasteeel Vanenburg.

Uit "Ondernemer en Bank", agrarisch informatieblad, 6e Jaargang- september 2000 

rusthuis_elim"De laatste baron en barones die er woonden, waren sociaal zeer bewogen mensen. Zij onderhielden onder meer in Putten een weeshuis, op de plaats waar nu het P.C. woon- en zorgcentrum Elim staat. Mijn grootvader aan moederskant (Hendrik Ruiter 1868-1950 x Eertje van 't Land, red.) is hier als zetboer begonnen. Hij had als taak ervoor te zorgen, dat er voldoende voedsel in het weeshuis kwam: melk, boter, kaas en eieren. Vandaar de naam "Voorzorg", die onze gevel siert. Met paard en wagen trok opa dagelijks naar het dorp. In 1906 overleed de baron en in 1917 zijn vrouw. Toen is hetvoorzorg landgoed overgegaan naar neef Joep van Palland, die vooral van feesten en meisjes hield. Als mijn moeder om vijf uur met melken begon, gingen de feestgangers naar huis, herinnerde mijn moeder zich. Om die festiviteiten te kunnen financieren, verkocht Joep de zeven boerderijen die tot De Vanenburg behoorden. Zo werd "Voorzorg" in 1925 eigendom van mijn grootvader, die het bedrijf in 1940 aan mijn vader verkocht".

Op het terrein van "De Vanenburg" werd in 1875 een boerderij (nummer B 16 a) gebouwd, waarop Jan Aartsen Dokter als zetboer begon. Hij is begonnen met het verzorgen van het voedsel voor het Weeshuis. Jan Aartsen Dokter was eerst getrouwd met Geertruida Jansen en later met Gerritje Plug. Uit het eerste huwelijk werd o.a. op 4-11-1859 geboren Jacob Dokter, die later in 1917 "Vader" werd van het Tehuis voor Oude Mannen en Vrouwen. Jan Aartsen Dokter vertrok en werd op 13-4-1901 opgevolgd door Hendrik Ruiter, getrouwd met Evertje van 't Land. Hun dochter Evertje Ruiter, geboren op 30-7-1899 trouwde in 1925 met Klaas van Dasselaar.

Er was nog een relatie van Jan Aartsen Dokter met het Weeshuis. Zijn tweede vrouw overleed op 30-6-1903 en hijzelf op 18-6-1906. Drie van zijn kinderen werden daarna verzorgd door het Weeshuis. Zie nr. 31 bij de weeskinderen.

Na 16 a kreeg de boerderij te maken met een aantal vernummeringen: B 19 (1877-1890), B 20 (1990-1900), B 23 (1900-1910), B 27 (1919-1920), B 43 (1920-1937), B 60 (1937-1960) en tenslotte Vanenburgerallee 16.

Over de verzorging van het Weeshuis bestaat ook een lezing, dat de koetsier van de baron de spullen naar het weeshuis bracht.

Het gerucht, dat niet alle eieren de tafel van de weeskinderen haalden, maar bij de "leiding" bleven hangen, is na zoveel jaar moeilijk te ontzenuwen, maar niet ondenkbaar.