(voorlopige) inventaris van Maalschap het Putterbosch en de c.v. Het Putterbosch

Aantekeningen in de kast gevonden over Putterbosch

INLEIDING


Malenbossen komen voor op preaglaciale formaties en de grote heide velden op de fluiso glociale zanden.

Preglaciaal is een (verouderde) tijdsaanduiding die in de aardwetenschappen soms voor de afzettingsperiode van sedimenten wordt gebruikt die ouder zijn dan een ijstijd (in Nederland veelal de voorlaatste ijstijd). De term preglaciaal wordt vooral gebruikt om onderscheid te kunnen maken tussen de periode 'voor', 'tijdens' en 'na' de aanwezigheid van landijs in gebieden langs de randen van voormalige ijskappen

Wanneer het maalschap is ontstaan weten we niet precies.
Bos oorspronkelijk aan de geërfde des aangrenzende buurtschappen. Delen in het bos behoorde bij de erven.
Meer velderbosch is(?) dit 19e eeuw nog te onderscheiden.

Mens uit de neolithicum (jongere steentijd) overging tot vaste woonplaatsen.
Grafstenen uit deze tijd op de preglaciale stuwwallen.
Urnen velden v. Germaanse stammen sluiten zich niet.
Voet der bossen op lagere plekken waar water te vinden was zijn de gunstige plekken voor vestiging.
Speulde, Ouddorps, 't Sol, Putten, Ermelo, Putterbos veel grafheuvels uit bronstijd (? Tot 60).

Behoorden bij erven kunnen we opmaken uit aantal delen of hoeven in het bos, dat zich moet uitbreiden. Wel breidde het aantal maalmannen uit.
1 hoeve met meerdere deelgerechtigde, moest delen.
Je had in het Putterbosch een halve hoeve nodig om maalman te kunnen worden.

Later zijn de delen bij het bos losgeraakt van de erven en afzonderlijk verhandelbaar geworden.

W. Arendse schrijft 26 augustus 1862 aan de eigenaren van het Putterbosch: "Daar de Sprielderbosch thans een maatschappij is, kan de Putterbosch, niet meer onder hetzelfde bestuur zijn"
 

Keuren

Malenkeur van het Sprielderbosch 1448, alsmede resolutien van tijd tot tijd bij de maaien van gemelde bosch genomen. 1547 - 1616.
In deel 1 (laat 17e eeuws afschrift) Nieuwe Willekeur voor het Sprielderbosch 1633 met latere resoluties 1641 - eind 18e eeuw.
Op het laatst worden de resoluties hele notulen van vergaderingen.

Spriederbosch en Putterbosch (uit notulenboek 1830-1862 nummer 1)
Straffe des mijn eeds = straf op mijneed
Eed voor een maalman
Eed van een boschwaarder


Reglement Putterbosch 1866

Maalenspraak uitspraak van de vergadering
Maalenkeur reglement
Keur   Verordening
Maalman  Holtrigter = bestuurder
Holtspraak  uispraak van een holtrigter - bestuurder
Maalenkeur vastgestelde hoeveelheid hout voor de verkoop
Maalen bepaalde gebied
Boschwaarder bosbaas/houtvester

 

Bij verdelingen van bos

Vlekker  iemand die de bomen merkt (kleine schil van de boom halen)
Deelder iemand die de percelen hout uitzet
Kerver iemand die met een gekromde bijl een herkenningsteken aanbrengt
Nagangers controleur die de percelen hout kenmerkt
Schalheerder  ?

 

Bestuur 

Drie geërfden die de naam van Houtrigters dragen.
Taak doelmatige cultuur van de bossen en gronden en voor het aanwijzen van het in elk jaar te vellen hakhout en aantal bomen.
(Zie ook het boek 100 jaar Putterbosch kast 1 plank 1 witte rug 4e of 5e boek van okt 44)

Malenbossen komen voor op grote heide velden op de zandengronden.
Het is onbekend wanneer het maalschap is ontstaan.
Bos behoorde oorspronkelijk aan de geërfde des aangrenzende buurtschappen.
Delen in het bos behoorde bij de erven.

Meer velderbosch is(?) dit 19e eeuw nog te onderscheiden.
Voet der bossen op lagere plekken waar water te vinden was zijn de gunstige plekken voor vestiging.

Speulde, Ouddorps, 't Sol, Putten, Ermelo, Putterbos veel grafheuvels uit bronstijd.
Behoorden bij erven kunnen we opmaken uit aantal delen of hoeven in het bos, dat zich moet uitbreiden.Eén hoeve met meerdere deelgerechtigde moest delen.
Je had in het Putterbosch een halve hoeve nodig om maalman te kunnen worden.
Later zijn de delen in het bos losgeraakt van de erven en afzonderlijk verhandelbaar geworden.

Link naar de Inventaris