Bouwen met karakter

Column wethouder Bertus Cornelissen

Onlangs was ik in Harlingen, een mooi havenstadje. Wat me daar opviel, was hoe goed de nieuwbouw aansloot op de historische gebouwen. Het oude en het nieuwe gingen naadloos in elkaar over. Met respect voor het verleden én oog voor de toekomst. Hoe is dat in Putten? Wat is mooi en wie bepaalt dat?

Smaak

In Putten zijn we, terecht, trots op ons dorp. We hebben verschillende historische boerderijen met karakter. Zoals de onlangs prachtig gerestaureerde boerderij Groot Hell, die teruggaat tot de 12e eeuw. En wat te denken van Groot Deuverden waarvan de oorsprong teruggaat tot het jaar 814! We begrijpen dat er ook nieuwbouw nodig is, maar we zijn wel kritisch op hoe het eruit ziet. Als wethouder word ik hier regelmatig op aangesproken: “lelijk”, “niet dorps”, “te modern”, “te stads” of juist “te oubollig”. Iedereen heeft er wel een mening over. Begrijpelijk, want over smaak valt niet te twisten.

Wie bepaalt?

De welstandscommissie beoordeelt bouwplannen en adviseert het college. De commissie kijkt naar het kleur- en materiaalgebruik en de bouwstijl. De beoordeling is niet op basis van onderbuikgevoel, maar aan de hand van objectieve criteria. In de welstandsnota staat per wijk beschreven welke bouwkenmerken ‘passen’. Het gaat dus niet zo zeer over de vraag of iets ‘mooi’ is, maar of het voldoet aan de afgesproken uitgangspunten.

Welstandsvrij

In sommige gemeenten zijn ‘welstandsvrije wijken’ ontstaan. Daar kregen bewoners volledige vrijheid. Zelf bezoek ik graag de wijk ‘Het Wilde Wonen’ in Almere-Oosterwold. Daar staan kubistische woningen van cortenstaal naast huizen van strobalen. Een aanrader voor een inspirerend zondagmiddaguitje. Toch willen we in Putten wat meer kunnen sturen op het behoud van het dorpse karakter. Maar hoe hoog leggen we de lat?

Lat

De welstandscommissie werkt meestal geruisloos. In de meeste gevallen worden plannen zonder veel discussie beoordeeld. Dat komt mede doordat onze gemeenteraad heeft aangegeven dat de commissie de lat ‘niet te hoog’ mag leggen. Dat betekent soms óók dat er een appartementengebouw verschijnt waarvan mensen zeggen: “Dat hoort toch eerder in een grote stad thuis?” en dan krijg ik de vraag: “Hoe kan de welstand dat nou goedkeuren?”

Dit jaar actualiseren we onze welstandsnota. Een belangrijk moment: daarmee bepalen we welk karakter we onze nieuwbouw willen meegeven. Hoe hoog wilt u dat we de lat leggen?

 

Reageren op deze column?

Graag! Mail naar communicatie@putten.nl met als onderwerp “Fontanusplein 1”.