Vraag en antwoord

Hier leest u alle vragen met betrekking tot warmetransitie.

1. Staat de keuze van de wijken vast? Ook wanneer blijkt dat een andere wijk meer kan besparen door goedkopere maatregelen, denk aan isolatie? Moet daar dan niet de prioriteit liggen? 

De keuze van de wijken ligt vast. Dit is in 2021 door de gemeenteraad vastgelegd in de transitievisie warmte. Maar er wordt niet alleen in Bijsteren en Husselerveld gewerkt aan CO2-reductie. Hier wordt in heel Putten aan gewerkt. En isolatie is inderdaad de beste manier om hiermee te starten. In een huis dat de warmte beter vasthoudt, hoeft de verwarming minder hard te werken. Dit bespaart geld en zorgt voor minder CO2-uitstoot. Maar als huizen nog niet goed geïsoleerd zijn, is overstappen op een ander warmtesysteem geen optie. De huizen in Bijsteren en Husselerveld zijn hier al wel klaar voor. Daarom deze keuze.

2. Wat zijn de financiële gevolgen?

Op dit moment is daar nog geen goed antwoord op te geven. We kunnen namelijk nog niet berekenen hoeveel iets kost, voordat we weten welk warmtesysteem we aanleggen. 

3. Wie gaat dit betalen?

Op dit moment weten we nog niet welk warmtesysteem er komt. Dus ook niet hoeveel dit gaat kosten en wie dit gaat betalen. Ga uit van een eigen haalbare investering. Het is ook goed om te weten dat er subsidies en leningen beschikbaar zijn vanuit de overheid. Voor het compleet financiële plaatje volgt een onderzoek. 

4. Levert het financieel ook iets op? Bij zonnepanelen is het eerst investeren en daarna levert het geld op. Is dit ook zo bij een nieuw warmtesysteem? 

Dat is op dit moment nog niet bekend. Dit gaan we wel onderzoeken.

5. In het geval van een warmtenet, hoe wordt geborgd dat een commerciële partij geen woekerprijzen gaat rekenen?

51% van het eigenaarschap komt in publieke handen. Denk aan overheid, bewoners of een energiecoöperatie. Gemeente Putten kan de prijzen dankzij landelijke regelgeving in de perken houden. 

6. Welke overlast komt er tijdens aanleg?

We weten nu nog niet welk warmtesysteem er komt. Dat wordt in 2025 uitgezocht en vastgelegd. Aanpassingen aan woonwijken betekent wel vaak het volgende:

  • Openbreken van wegen
  • Systemen die opgeslagen staan in de wijk
  • Geluid van werkzaamheden
  • Grote machines in de wijk
  • Tijdelijk geen stroom door aanpassing kabels.

Wat de overlast precies inhoudt, daarover informeren wij u later.

7. Mij is verteld dat een cv-ketel CO2-technisch beter is. Klopt dat? 

Ja en nee. Een voorbeeld: bij gebruik van een volledig elektrische warmtepomp is er geen CO2-uitstoot. Bij gebruik van een cv-ketel wel. Dus een warmtepomp is dan beter voor het milieu. Maar dit gaat niet altijd op.

Een stukje technische inhoud:

  • Er zijn veel typen warmtesystemen. Allemaal hebben ze een andere CO2- uitstoot bij aanleg of tijdens gebruik. Het is dus wel mogelijk dat er systemen zijn die meer CO2 uitstoten dan een cv-ketel.
  • We weten niet hoeveel CO2 er vrij komt bij de bouw van een cv-ketel en een warmtepomp.
  • Andere systemen dan een goede warmtepomp kunnen soms meer CO2 uitstoten. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de materialen die gebruikt worden bij het maken van zo’n systeem. En de CO2 die deze uitstoten. Met name zeldzame metalen scoren slecht.

Het doel van ons project is op dit moment CO2- uitstoot blijvend verminderen. We gaan dus ook voor een systeem dat dit realiseert.

8. Wordt er ook gekeken naar het geluid dat een warmtepomp maakt?

Ja. Als de warmtepomp wordt gekozen als alternatief energiesysteem, is dit zeker een onderwerp van gesprek.

9. Hoe werkt een warmtenet?

Een warmtenet werkt in basis door (warm) water door buizen in een woonwijk te pompen. Dit water wordt vervolgens naar de huizen geleid. De temperatuur van het water bepaalt of er nog een extra systeem nodig is in huis. Dit systeem zorgt ervoor dat het water warm genoeg is om je huis te verwarmen. Sommige warmtenetten leveren water dat warm genoeg is voor de verwarming van je huis. Dat wordt hoog temperatuur verwarming genoemd. Warmtenetten met een lage temperatuur (20 graden ongeveer) heten dan lage temperatuur verwarming. Een warmtenet heeft een bron nodig om het water warm genoeg te krijgen voor verwarming. Denk hierbij aan: industrie restwarmte, warmtepompen of geothermische energie (aardwarmte). 

10. Hoe diep gaan de buizen van een warmtenet de grond in?

Het stelsel van buizen in de woonwijk ligt ongeveer één meter onder de grond.

11. Hoe verwarmen we tapwater?

Dit is afhankelijk van de keuze die gemaakt wordt voor het warmtesysteem. Maar om een idee te geven van mogelijkheden, denk aan:

  • Boilers met warmwater reservoirs
  • Boilers zonder boilervat
  • Doorstromers / geisers
12. Waarom wordt er gesproken over maatwerk per woning?

Iedere woning is anders. Het verbruik per woning is anders. Ook is de financiële ruimte in ieder huishouden anders. Kortom, dit vraagt om maatwerk. Wat in het ene huis kan, kan niet per se op dezelfde manier in een volgende woning. 

13. Wat zijn de mogelijkheden met het huidige gasnet? Waarvoor is ons leidingstelsel geschikt, wat kan wel en wat kan niet met dat wat er al is?

Er is veel mogelijk met ons (gas)leidingstelsel. We noemen zo een aantal mogelijkheden. Wel moeten we erbij zeggen dat we nu nog niet genoeg weten over de kosten van deze opties.

Biogas: Het is mogelijk om biogas, afkomstig van mest het aardgasnetwerk in te brengen. Zo zouden we op biogas het gasnetwerk behouden en daarmee ook de cv-ketel. Een nadeel is de afhankelijkheid van vee om voldoende mest te produceren. Is er altijd voldoende vee? Bovendien is deze methode prijzig.

Waterstof: Voor informatie over waterstof verwijzen we naar vraag 14.

14. Wat kunt u vertellen over waterstof?

Ons gasnet kan aangepast worden aan waterstof.

Wat hiervoor nodig is, is een stabiele bron van waterstof en een aanpassing van het leidingnet. Alle koppelingen van het huidige netwerk moeten aangepast worden om de verschillen in druk van aardgas naar waterstof op te vangen. De huidige koppelingen zijn niet sterk genoeg om de druk van waterstof op te vangen. Ze kunnen losraken. Voor de productie van waterstof lijken er twee mogelijkheden. Groene waterstof en witte waterstof.

Groene waterstof is de elektrolyse (het onder stroom zetten) van water. Voor deze stap is veel stroom nodig. Groene stroom is voornamelijk afkomstig uit zon en wind energie. Feitelijk betekent dit dan veel meer zonnevelden en windmolens. Omdat de huidige hoeveelheden zon en wind al tot felle gesprekken leiden, twijfelt de gemeente over de haalbaarheid hiervan. Zeker ook vanwege de hoge kosten die dit met zich meebrengt.

Witte waterstof is, net als bij aardgas, het vinden en oppompen van natuurlijk gevormd waterstof. Deze ontwikkeling is van de laatste maanden. Er is dus nog niet veel zekerheid over waar waterstof zich bevindt in de grond en met welke hoeveelheden.

De verwachting is dat het nog jaren gaat duren voordat een productieketen is opgestart en er een transportlijn naar Nederland is.

Waterstof heeft waarschijnlijk een belangrijke rol te spelen in de energiemix van Nederland. Met andere woorden: de gemeente verwacht dat waterstof zeker één van de oplossingen is voor de energievraag van Nederland.
Wel denken we dat deze oplossing geschikter is voor de grote industrie, waar veel meer warmte nodig is dat in onze woningen.

15. In hoeverre staat de gemeente open om diverse systemen en mogelijkheden te onderzoeken/testen. Denk aan de wissel van gas naar waterstof.  

De gemeente staat hier voor open. De beantwoording in vraag 14 laat zien dat we, op basis van eerder onderzoek, onze twijfels hebben over deze wissel voor huishoudens. Maar dat neemt niet weg dat waterstof onderdeel is van de vragen die in dit project gesteld moeten worden.

16. Zijn de basisbehoeften goed geregeld, is er voldoende energie beschikbaar voor al deze plannen? Kan hiervoor garantie afgegeven worden?

We garanderen dat, ongeacht welke oplossing wordt gekozen, voldoende energie beschikbaar is om de huizen te verwarmen. Met andere woorden: niemand zal in de kou staan door de nieuwe warmteoplossing.

Het is te verwachten dat er genoeg energie is om alle huizen te verwarmen, net zoals dat nu wordt gegarandeerd met aardgas.

17. Met wie werkt u samen als het gaat over ‘de gemeente’ en hoe maakt u dat duidelijk?

U werkt samen met de projectgroep. Dit is de groep ambtenaren die het gesprek en de onderzoeken leidt namens de gemeente. Als bewoner kunt u altijd een gesprek aanvragen met wethouders en raadsleden. Voor een inhoudelijk gesprek zullen zij waarschijnlijk weer verwijzen naar de projectgroep. De gemeente gaat dit zichtbaar maken met een organogram op deze webpagina. Dit is een schema met daarin alle betrokken en hun positie tijdens dit project.  

18. Welke onderzoekbureaus zijn er bij betrokken?

Voor de bewonersavonden in januari 2025 is adviesbureau TwijnstraGudde gevraagd als gespreksleider. De onderzoeken die al uitgevoerd zijn door een aantal ingenieursbureaus, plaatsen we op deze webpagina. Dan is in te zien wie er bij betrokken is/was. 

19. Blijft er individuele keuzevrijheid? 

Voor deze vraag richt de gemeente op de keuze tussen aardgas en een eigen warmteoplossing. De nationale regering heeft al besloten om over te stappen naar een andere warmteoplossing. Daarom is er geen keuze meer in deze beslissing. Er is nog wel veel vrijheid in hoe en wanneer we dit voor de wijken Bijsteren en Husselerveld willen doen. De hoe-vraag proberen we samen met alle belanghebbenden in 2025 te beantwoorden. Ervan uitgaande dat dit lukt kan de gemeenteraad op basis van ons advies (onderschreven door alle belanghebbenden) een keuze maken voor een warmteoplossing. Daarna blijft, zelfs in het wettelijk strengste geval, de keuze om niet mee te doen met de warmteoplossing. Wel moet dan aangetoond worden dat de eigen oplossing net zo goed is als de gekozen oplossing. De wet waarin dit uitgewerkt wordt, is nu nog in de maak. We komen hier later op terug.

Vereniging Eigen Huis - Gemeente mag definitief woningen van gas afsluiten

20. Kunt u bezwaar maken tegen elektriciteitshuisjes? Eerst stond er één in de wijk en die is nu weer weg? 

U kunt bij de gemeente geen bezwaar maken tegen elektriciteitshuisjes. De gemeente heeft geen directe invloed in de plaatsing van elektriciteitshuisjes. Voor de plaatsing hiervan is geen vergunning nodig. Wel is de gemeente in gesprek met de netbeheerder over de locaties voor elektriciteitshuisjes. Daarin wordt geprobeerd de belangen van bewoners zoveel mogelijk mee te nemen.